Ik ben de afgelopen tijd bezig geweest met Stray, het onwijs schattige spel van uitgever AnnaPurna, dat vorige week nog God of War van de troon stootte als meest gewaardeerde Steam-spel. De populariteit van Stray wordt uiteraard ook vergroot doordat het spel gratis te spelen is als PS+Extra lid, plus het feit dat het katten gelukt is om de mensheid te hypnotiseren. We houden van de kleine huftertjes, of we dat nu willen of niet.
Stray is naar mijn idee een fantastisch spel; naast de bijzonder goede graphics, het prachtige Cyberpunk design én de pure liefde die is gegaan in het ontwerpen van de rode kater, brengt het korte avontuur nog veel meer met zich mee: een ziel.
In de gamewereld anno 2022 worden wij als gamers overdondert met Battle Royale games, microtranscations, NFT’s en epische avonturen. Ik hou van een God of War, ik hou van Uncharted en ik hou van games die lekker knallen. Toch merk ik zelf dat ik een sensory overload krijg van al dit audiovisuele geweld; het vlakt je zintuigen af en het normaliseert wat normaal gesproken de wauw-factor zou moeten geven.
Games als Stray fungeren als een echte pallet cleanser; het is een rustig avontuur, met weinig spektakel. Je bent een kat in een prachtige wereld en je moet robots helpen met allerlei problemen. Jouw hele doel ontsnappen naar de buitenwereld, waarbij je ondertussen het dagelijks leven meemaakt van de androïdes die onbewust mensen naspelen. Er moet geen wereld gered worden, er is geen grote slechterik, er zijn geen Goden die met elkaar strijden. Het is een wereld waarin je makkelijk achterover kan zakken en even lekker een avonturenspel kan spelen. De vibe is heerlijk ontspannen, maar houdt je aandacht lang genoeg vast zodat je je niet verveelt. De kat is extreem schattig en je wil uiteraard niet dat hem iets overkomt, meer dan bij de meeste personages die je speelt in andere spellen. Het is heerlijk om lekker een uurtje rond te zoeken, te mauwen naar robots en een krat met bier van een plank af te gooien – uiteraard op de meest katse manier ooit – om een dronkenlap te wekken.
Stray is daarbij een AA titel, waardoor de productie niet wordt gehinderd door technische en monetaire limitaties. De game speelt goed, het ziet er prachtig uit en heeft het budget om je met de dialogen, de (echt geniale) muziek en het ontwerp jou mee te nemen naar deze apocalyptische wereld, zonder alle toeters en bellen die AAA-games nodig hebben om de speler geboeid te houden.
Heeft Stray nu echt God of War van de troon gestoten? Waarschijnlijk niet. Het is een simpel spel en nergens in de buurt van de schaal en de scope van Santa Monica’s aankomende meesterwerk. Het is soms echter wel fijn om een simpel patatje met te eten van de lokale snackbar, dan een chique diner van een vijfsterrenrestaurant.