Dying Light 2 is reeds twee maanden uit. In deze lange periode heb ik genoeg tijd gehad om te reflecteren waarom de game zo tof, maar toch zo middelmatig aanvoelt.
Ik weet het, ik ben hier veel te laat mee. Dying Light 2 is inmiddels passé. Door wat technische problemen – zowel op de website als met de game op mijn PC – heeft het allemaal wat langer geduurd. Ik ben halverwege mijn review gewisseld tussen de PC- en PS5-versie, waardoor ik helemaal opnieuw moest beginnen. Afijn, dit heeft mij wel meer tijd gegeven om dieper in de game te duiken.
Voor degene die de 500 uur memes niet heeft gezien en niet weten wat Dying Light 2 is; hier een korte samenvatting. Het is een vervolg op Techland’s zombie parcour game uit 2015. Hoewel het spel zich nog steeds in hetzelfde universum afspeelt, ben je dit keer niet Kyle uit het eerste deel. Je speelt als Aiden, de pilgrim die zijn zus Mia zoekt. Al gauw komt hij erachter dat zij te vinden is in de fictieve stad Villedor, een ommuurde stad gevuld met zombies. Al snel wordt je gebeten door een zombie en dreig je te veranderen, totdat Hakon jou redt. Hoewel je niet direct in een zombie zal veranderen door de Inhibitor die hij jou geeft, kun je maar kort in het donker verblijven. Blijf je te lang in het donker, dan verander je in een zombie. Het is aan jou om je zus te vinden, de mensen in Villedor te helpen en ondertussen niet te veranderen in een vleesetend monster.
De illusie van keuze
Mocht je de marketing campagne van Techland hebben gevolgd, dan weet je dat ze ermee pronkte dat Dying Light 2 vol zou zitten met keuzes, die de stad zouden beïnvloeden. Binnen de stad zijn er namelijk twee grote partijen: de Peacekeepers, autoritaire agenten die de vrede willen bewaren met geweld, en de Survivors, die meer vrijheid en gelijkheid zoeken. Het idee is dat jij als speler zelf kunt kiezen wie je helpt en wat voor gevolgen dat heeft voor de stad. Dit klinkt veelbelovend, wat vaak betekent dat het té mooi is om waar te zijn. Dit is ook helaas zo in Dying Light 2: de keuzes die je maakt zullen weinig van het verhaal beïnvloeden, behalve een dialoog her en der die anders zal verlopen. De stad zal iets anders eruit zien door jouw keuzes, maar niet op de manier waarop je zou verwachten. Jouw keuzes zullen resulteren of de auto’s bommen zullen bevatten om zombies op te blazen, of meer trampolines en touwen om jezelf beter te navigeren over de daken van de stad. Meer dan dat wordt het niet. De illusie van keuze werd mij al binnen een paar keer ontnomen, toen ik door het spel zelf werd geforceerd de kant van de Survivors te kiezen door een grote windmolen op te blazen. Ik dacht en hoopte dat ik zelf mocht bepalen of ik dit wilde doen, maar helaas had ik geen andere keuze dan de stelende en liegende hippies uit de Bazaar te helpen. Het is een grote deceptie om je dit te realiseren, maar Techland’s illusie van keuze is sterk verouderd, een trend in de game die je vaker terug ziet helaas.
Oersaai verhaal, slechte stemacteurs
Wat ook niet helpt, is dat het verhaal van Dying Light 2: Stay Human zeer voorspelbaar en saai is. Vanaf het eerste moment weet je al dat de Peacekeepers de goedbedoelende, maar onwetende agenten zijn. Je weet dat de Survivors de eigenlijke goeieriken zijn. Je weet wie het verraad gaat plegen. Je weet wie jou gaat dwarsbomen. Het is een extreem by-the-numbers zombieverhaal die je al duizend keer hebt gezien in een spel en een film, dat ik op een gegeven moment maar ben gaan skippen door dialogen om tijd te besparen. Let wel: een verhaal hoeft niet extreem uniek te zijn, als het maar goed wordt verteld en door sterke acteurs. Helaas kan Techland dit ook niet bieden. De meeste stemacteurs zijn zeer, zeer pover, tot irritant aan toe. Mijn grootste voorbeeld is een Italiaans personage dat steeds niet uit zijn woorden kan komen, hier een minuut over doet, vervolgens moet worden aangevuld door zijn zoon en dán pas zijn zin kan afmaken. Dit is zijn gehele persoonlijkheid en ja, je moet erg vaak met hem spreken. Vol schaamte moest ik het dialoog aanzien; ik wilde de pijn ontsnappen, maar voor de review moest ik zoveel mogelijk van de cringe absorberen om de hele ervaring te begrijpen. Ik was daarom ook niet erg rouwig dat hij plotseling bloedend op de grond lag na een missie en daarna dood ging. Tijdens zijn eulogie kon hij overigens wel prima praten. Er is één stemactrice die overduidelijk wel ervaring heeft en dat is Rosario Dawson, het enige personage dat ik in de verste verte nog geloofwaardig vindt. Ze doet erg haar best, maar geeft juist meer aan hoe slecht de kwaliteit is van de stemacteurs door Dying Light 2 heen. Ook Aitor zelf is niet erg geloofwaardig en springt qua persoonlijkheid tussen charmant, paniekerig en stoer heen, waardoor ik geen idee heb hoe hij als persoon is.
Een zombiespel hoeft niet per sé een goed verhaal te hebben of goede acteurs; de meeste media omtrent zombies draait hier niet om. Helaas is het verhaal van Dying Light 2 zó prominent aanwezig en ben je zoveel bezig met duffe, saaie en inconsequente NPC’s, dat de zombies zelf compleet achter het decor weg vallen. In het begin vormen ze nog wel een bedreiging, maar na een aantal uur zul je nog nauwelijks last van ze hebben. Als je maar van dak naar dak kunt springen, zal geen zombie je in de weg staan. Waar in Dying Light 1 de nachten nog eng waren door de achtervolgingen, zijn deze in Dying Light 2 triviaal te noemen. De veilige plekken zijn sowieso in overvloeden, maar je kunt je ook makkelijk verdedigen tegen de zwakke zombies. Het spel lijkt veel meer de focus te nemen op de combat met andere mensen, waardoor zombies meer als een irritante vlieg over komen dan de daadwerkelijke dreiging in Villedor. Je kúnt de dreiging op zoeken met speciale missies of door in de nacht donkere plekken te bezoeken, maar helaas krijg je hier als speler te weinig beloning voor. Vaak krijg je één a twee items die niet bij jouw loadout passen, of na een uur weer kunt vervangen door iets wat je door de hoofdmissies zelf kunt vinden. Binnen een aantal uur had ik al zoveel zooi gevonden en verkocht, dat ik vrijwel alles bij Vendors kon opkopen en mijn wapens kon upgraden. Baasgevechten werden hiermee een lachertje, evenals de sterke zombies die je proberen te stoppen.
Zijn er dan wel goede dingen in Dying Light 2 te vinden? Ik kan drie (of twee-en-eenhalve) positieve punten opnoemen: de combat, de parcour en Villedor zelf.
Uitdagende en leuke combat
De combat in Dying Light 2 heeft een facelift gehad en dat is te zien. Het is lastig om een spel met een first-person view interessante meleecombat te geven, aangezien 95% van de wapens niet op afstand gebruikt kunnen worden. Door middel van parries, grabs en vaults wordt de combat tegen mensen een interessante, uitdagende dans. Vijanden kunnen je blokken, pareren en ook vastgrijpen, dus je moet goed in de gaten houden wat je tegenstander doet. Groepen vijanden zullen je omringen en van alle kanten klappen geven, dus je moet goed je omgeving in de gaten houden. Mocht je een aanval pareren, kun je over zijn rug heen springen en een dropkick uitdelen tegen een andere vijand. Je kunt vijanden gebruiken als springplank om hoger te komen, of van bovenaf met je voet in de nek van de vijand belanden. Je merkt dat Techland z’n uiterste best heeft gedaan om dit spannend en uitdagend te maken, wat het ook zeker is geworden. Meer first-person games kunnen dit voorbeeld volgen, aangezien de combat in dergelijke games meestal resulteert in simpelweg hakken en zagen (ik kijk naar jou, Skyrim). Vechten met zombies is wel iets minder interessant, maar geeft zeker genoegdoening. Je kunt met speciale skills jouw gewicht inzetten om hardere klappen te geven, waardoor je de monsters opzij kunt slingeren met jouw two-handed flaming poison axe, wat voor een heerlijke pandemie aan geweld zorgt. Zombies vallen, brullen, staan in de fik, struikelen over elkaar heen; hoewel het verre van eng of spannend is, heb ik mij zeker vermaakt in het uitroeien van hordes zombies.
Parcour is magistraal
De parcour is echt waar Dying Light 2 meester in is. Het is onbeschrijfelijk gaaf wanneer het je lukt om van dak naar dak te springen, omhoog te klimmen, naar beneden te glijden, je aan richels vast te klampen en dat allemaal in één vloeiende run. Je kunt in dit deel ook basejumpen met jouw parachute, waardoor je jouw parcour runs nóg vetter kunt maken. Glij van dak naar dak, spring door open ramen heen, glij onder obstakels door en spring weer van het dak af, zodat je kunt glijden naar jouw doel. Villedor zelf helpt hier enorm in, wat door Techland is gebouwd als parcour heaven. Elk ding wat je ziet heeft z’n doel om jou te helpen door de stad te komen. Als je dit eenmaal ziet en snapt hoe de ontwikkelaars willen dat jij van punt A naar B komt, dan zie je ook het plezier dat dit je kunt brengen. Het voelt allemaal natuurlijk aan en je merkt dat dit tot in den treure is getest, om er zeker van te zijn dat alles ‘klopt’ en je geen onnatuurlijke bewegingen moet maken als jij bezig bent in een lekkere run. Het geeft een echte thrill als je van hot naar her gaat op een perfecte manier en je voelt echt de drang om er steeds beter in te worden. Jij als speler wordt er steeds beter in en daarin wordt je ook voor beloond; niet alleen dat je zelf steeds beter wordt, maar ook met upgrades. Hoe beter jij rondrent, hoe meer punten jij krijgt. Bij genoeg punten kun jij een skill uitkiezen of upgraden. Je kunt meer skills unlocken (zowel combat als parcour) door Inhibitors te vinden, het spul dat er voor zorgt dat je niet in een zombie veranderd. Zo zul je door het spel steeds meer skills ontgrendelen, die variëren van sneller klimmen, tot het kunnen glijden onder obstakels, of door een rol te kunnen maken om jouw val te breken. De progressie voelt natuurlijk aan en komt steeds op het punt dat je denkt alles te hebben gezien.
Weinig te doen in Villedor
Toch is Villedor niet perfect, hoewel ik dat graag zou willen. Als je namelijk even stil staat en iets anders wil doen dan cool rond rennen, dan merk je dat er bar weinig te doen is in de stad. Veel van de missies cirkelen terug naar dezelfde plekken, dezelfde kamers en dezelfde kisten. Er zijn wel veel zij-missies te vinden, maar deze bieden weinig tot geen variatie. Je hebt missies waarin je in de nacht naar binnen moet, missies waarin je een militaire convoy kan leegroven, time trial missies…maar daar houdt het ook wel ongeveer op. Dit is ook mijn grootste teleurstelling in Dying Light 2: het gebrek aan innovatie in de missiestructuur. Je merkt dat het team erg lang heeft gewerkt aan de game. Niet alleen in de (grafische) detrails, maar helaas ook in dat stukken van het spel slecht verouderd zijn. Missies waarin je in een arena terecht komt met zombies en je kistjes moet openen; een hoofdpersonage die als een schoothondje opdrachten moet uitvoeren en daar geen boe of bah tegen zegt; missies waarin je iets moet bezorgen en opeens een reguliere time-trial wordt; ga zo maar door. Het hele spel draait om het zoeken van een item, of het vermoorden van vijand X of ‘houdt vol tot timer X’ zegt. Het voelt aan alsof Dying Light in heel veel aspecten is ontwikkeld sinds 2015, maar op dit punt is blijven steken in het verleden. Zelfs mijn partner – die overigens niet of nauwelijks gamed – viel dit op, dit het wel heel opmerkelijk vond dat Aiden alles maar deed wat hem gezegd werd. Er is hier een stuk cognitieve dissonantie, waarin het hoofdpersonage niet handelt naar wat hij zegt of denkt.
Vol gebreken, maar erg tof
Toch is Dying Light 2 een spel dat ik vaker zal oppakken. Ja, Techland’s Magnum Opus heeft veel, veel gebreken. Het verhaal is saai, de personages niet interessant, de voice acting is bar slecht en de missies zijn ouderwets. Toch is er iets wat mij aantrekt, om toch weer terug te komen naar Villedor. Het is gewoon puur speelplezier door de gameplay zelf. De game is overigens prachtig om te zien; de verhalen dat de PS5 versie lelijk zou zijn, is dikke onzin. De gezichtsanimaties zijn beneden maat, maar de kleuren spatten van je scherm af en de zombies zijn lekker ranzig en gedetailleerd. Het is gewoon heerlijk om even de controller te pakken, lekker te parcouren door de stad, wat zombies te slachten en na een uurtje de game weer lekker af te sluiten. Ik kan mij ook voorstellen dat de ervaring met een co-op speler sterk wordt verbeterd, al heb ik dit nog niet kunnen testen. Dying Light 2 is geen meesterwerk, maar biedt wel veel plezier voor degene die de game een kans geven. Ik hoop dat Techland niet wordt ontmoedigd door alle kritiek na hun harde werk, want onder alle gebreken zit zeker klein pareltje.